Archief van april 2011

Wederopstanding

28 april 2011

In het plaatsje Biburg (Neder-Beieren) staat de Erlöserkapelle, gecreëerd door de kunstenaar Ludwig Angerer der Ältere. In 1996 is hij begonnen met deze creatie en in 2000 is de kapel ingewijd. Ook daarna is Angerer verder gegaan met het creëren van mensfiguren rondom de kruisiging van Jezus. In alle opzichten wordt het proces van sterven en wedergeboorte weergegeven.

In de afgelopen jaren heb ik tweemaal een bezoek gebracht aan deze kapel. Op een zonnige dag, tussen 1 en 2 uur ’s middags, schijnt de zon door de kleurrijke koepel van glas in lood. Het verlicht de tunnel naar het licht en belicht de mensfiguren die reiken naar het licht. 

In die tunnel staat het kruis als de levensboom met zijn wortels stevig verankerd in de aarde. De takken van de boom zijn druivenranken. Van druiven wordt wijn gemaakt en wijn staat voor de geest.  Het kruis verbindt hemel en aarde met elkaar. In de kruisiging zien we de vernietiging van de afgescheidenheid van ons bestaan en het terugkeren in de eenheid van alle dingen. We worden ons bewust van de sterfelijkheid van het stoffelijke lichaam en van de onsterfelijkheid van de geest.

Aan de voet van het kruis zien we een pasgeboren kind, symbool voor het nieuwe leven dat op de dood veroverd wordt. We komen naakt en we gaan naakt. Een nieuw begin, wedergeboorte.

Wat je ziet is, dat het kruis eigenlijk onvermijdelijk is. Wil je verder komen, dan alleen maar via het kruis. En Hij hangt daar, dus Hij zegt ook: via Mij. Ik geef jou de weg aan. De weg van onvoorwaardelijke liefde.

Mijn bijnadoodervaring was een ervaring van onvoorwaardelijke liefde. Ook George Ritchie bevond zich tijdens zijn bijnadoodervaring in, zoals hij schrijft in zijn boek Terugkeer uit de dood: Zijn Tegenwoordigheid die onvoorwaardelijke liefde uitstraalde.

Hij schrijft: Ik had nooit geweten dat een liefde als deze mogelijk was. Hier draaide het om in het leven. Als dit werkelijk de zin was van alles, waarom had niemand mij daar dan ooit op gewezen?

En het antwoord was: Ik heb je erop gewezen. Ik heb je erop gewezen door middel van het leven dat ik heb geleid. Door middel van de dood die ik gestorven ben. En als je je ogen op Mij gericht blijft houden, zul je nog meer zien.

We willen allemaal naar het licht. Het licht is er al, maar we zijn ons dat niet zo bewust. De weg gaat via het kruis, door de tunnel van je eigen duisternis heen. Maar ons wacht altijd het licht aan het eind van de tunnel.

Om het licht te kunnen zien, moeten we ons bevrijden uit dat wat ons gevangen houdt. Alles wat in ons verborgen ligt, wat donker is, negatief, wil eruit. Het wil aan het licht komen om getransformeerd te worden. Als we tevoorschijn komen uit onze gevangenis van angst en pijn, onze overtuigingen en conditioneringen, onze aardse zorgen, onze mentale gevangenis, bevrijden we ons van de ballast, van het juk van het ego, die ons het zicht op ons Zelf ontneemt. We kunnen aangeraakt worden door het licht en ons innerlijk meer een meer transformeren tot de liefde die wij zijn.

We willen allemaal het licht worden. Dat is het verlangen dat in ons leeft. Het weten. Als je tevoorschijn komt uit je graf, m.a.w. als je bewust wordt, kan er wezenlijk iets in je veranderen, kan het goddelijke geboren worden. Jouw wederopstanding.

Pasen

24 april 2011

Het geheim van je eigen leven 

In het sterven en de opstanding zien we de transformatie en vernieuwing. Toen Jezus stierf aan het kruis is hij de Christus geworden, de eerste gerealiseerde mens. Toen hij door zijn dood de Geest gaf, kon de Geest van universele liefde zich met de aarde verbinden en in ons mensen werkzaam worden.

De Christusgeest is het eeuwige, onsterfelijke bewustzijn.

Het is de Geest van Liefde die woont in je hart. 

Pasen weerspiegelt het geheim van ons eigen leven. Het is een oproep om je bewust te worden van je eigen goddelijkheid.

Op ieder moment in ons leven, hier en nu, kan deze transformatie en vernieuwing plaatsvinden. Daarvoor hoef je niet eerst de fysieke dood te sterven. Er kan een periode in je leven zijn, waarin je door het donker loopt. Maar als het dan weer lichter begint te worden, kan het zijn dat je ervaart dat je leven ook weer iets lichter is geworden, dat iets in jou zich heeft vernieuwd, dat je winst hebt geboekt op wat verlies leek te zijn. Dat je nieuw leven op de dood hebt veroverd. Weer een stap verder in je ontwikkeling.

Als je sterft aan het leven…

kan de geestkracht in je tot leven komen…

Als je innerlijk ontwaakt…

kan het goddelijke in je geboren worden…

Als je je bewust wordt van je goddelijkheid…

kun je de diepe zin van het leven ervaren…

kun je het mysterie van het onsterfelijke leven ervaren…

kun je ervaren dat de opstanding in jezelf plaatsvindt…

kun je het ware leven vinden…

Als de Geest van Liefde in je tot leven komt…

ervaar je je eigen wederopstanding…

 

Jij bent de Christus. Jij bent je eigen verlossing.

Al levend ontwikkelen wij ons Zelf. 

We voegen de daad bij het woord.

 Het woord is Christus.

 En wij worden Christus door het te doen.

 

 

 

Goede Vrijdag

22 april 2011

Het Paasei

15 april 2011

Er was eens een klein meisje dat een grote wens had. Een Paasei.

Lees verder op de pagina Het Paasei over deze spirituele gebeurtenis.

Verdwaald verlangen – Recensie

11 april 2011

Onderstaande recensie van het boek Verdwaald verlangen – Een zoektocht naar de hemel op aarde  is geplaatst in het tijdschrift Terugkeer – lente 2011

Terugkeer is een tijdschrift rond bijna-doodervaringen en aanverwante bewustzijnsverschijnselen. Het is een kwartaaluitgave van Stichting Merkawah / IANDS Nederland.

Verdwaald verlangen, een zoektocht naar de hemel op aarde

Tetty Pols & Maurice Oosterhof

Uitgeverij 248Media, Steenwijk, October 2010, 190 pp, prijs €17,95

Recensie: Rudolf Smit

Om met de deur in huis te vallen: dit is een heel goed boek, een boek dat je tot denken aanzet. Maar… geen gemakkelijk boek, geen boek dus dat je in één adem uitleest. Sterker nog, om het geheel goed tot je door te laten dringen is het raadzaam het meer dan eens te lezen.

Want, waar gaat het over? Over Tetty’s BDE natuurlijk… maar eigenlijk ook weer niet helemaal. Niet zonder reden is de ondertitel “een zoektocht naar de hemel op aarde”. Uit alles maak ik op dat die zoektocht begon nadat zij de hemel had bezocht tijdens haar BDE.

Zoals een ieder van ons weet, zet de BDE iemands leven op zijn kop – zo ook bij Tetty. Alleen was zij er zich niet goed van bewust dat de oorzaak lag in haar BDE. Die had ze immers ver weg gestopt in haar geest! Pas tijdens de vele gesprekken die ze had met haar mental coach, Maurice Oosterhof met wie zij dit boek schreef, kwam de BDE weer boven en dat bleek de speurtocht naar de hemel op aarde, of eigenlijk: de speurtocht naar zichzelf (want daar kwam het toch wel op neer) te verdiepen en te versnellen.  Daardoor ook kon zij langzamerhand haar BDE integreren in haar persoonlijkheid – zij hervond zichzelf en aldus verdwenen ook de lichamelijke kwalen die haar jarenlang hadden geteisterd. Zo was zij ooit bang om alleen over straat te gaan, laat staan buiten de stad. Verder werd ze gekweld door pijnen als gevolg van fybromyalgie. Nu is ze een stuk gezonder. Fybromyalgie kwelt haar niet meer en ze kan probleemloos reizen waarheen en zo vaak ze maar wil.

Maar daar is dus het nodige aan vooraf gegaan. De gesprekken met Maurice waren diepgaand en vaak ook confronterend. Laat ik enkele passages uit dit boek weergeven:

Op pagina 55 en 56 is daar een vraag-en-antwoordspel dat ik een jaar of wat geleden ergens anders ben tegengekomen, maar dat hier heel toepasselijk wordt gebruikt.

“Maurice: Wie ben jij?

Tetty: Ik kijk Maurice niet begrijpend aan en denk wat een onzinnige vraag, hij weet toch dat ik Tetty ben. Tegelijkertijd besef ik dat hij een ander antwoord bedoelt, maar ik weet het niet. Ik houd mijn mond en krijg het steeds benauwder, maar Maurice laat niet los. Het stelt mij opnieuw de vraag:

M: Wie ben jij?

Uiteindelijk om toch iets te zeggen, geef ik lukraak maar wat antwoorden, terwijl ik diep in mijn hart weet dat het geen antwoorden zijn. ‘Ik ben Tetty’.

M: Zo word jij genoemd, maar ik vraag niet hoe je heet. Jij bent niet je naam. Wie ben jij?

T: Ik ben een vrouw.

M: Ik vraag niet naar je geslacht, ik vraag wie jij bent.

T: Ik ben de moeder van…

M: Nee, ik vraag niet wiens moeder je bent.

T: Ik ben een huisvrouw.

M: Nee, ik vraag niet wat je doet. Ik wil weten wie je bent.

Het blijft stil. Ik weet niet wie ik ben. Ik heb het nooit geweten. Ik voel opnieuw het onbestemde verlangen en het verdriet dat ik mijn hele leven al met mij meegedragen heb. Altijd heb ik het gevoel gehad dat ik iets miste en ik weet nu dat het verband houdt met deze vraag. ‘Wie ben jij?’ Hoe kom ik erachter wie ik ben? Wat moet ik doen?”

De gesprekken gaan verder. Op pagina 114:

Maurice: …een gevoel van Godsliefde. Optimale afgescheidenheid. Als je heel veel van iemand houdt en die persoon is er niet, dan haal je waanzinnig energie uit het feit dat je zoveel van  die persoon houdt. Aan de andere kant doet het ook waanzinnig veel pijn, want er is een afstand. Maar er zijn bruggen te slaan.

“Tetty:  Bruggen? Door de tranen van heimwee en verlangen lijkt de afstand tussen hier en daar onoverbrugbaar. Hoe zal ik ooit die verbinding kunnen leggen?

M: Misschien is dat ook wat er nu uitkomt: het verdriet, de pijn van die afgescheidenheid. Het weten dat waar je thuishoort en je kunt er niet zijn. Het is een vorm van loslaten. Als het lijkt alsof het doel waarvoor je het moet doen niet duidelijk genoeg is, brengt dat weinig motivatie op. Het geeft mij het gevoel: je lijf is hier, maar je hart is daar. Met andere woorden, je hebt nog niet echt gekozen voor dit leven hier. Misschien is de kern van een bijna-doodervaring dat die mogelijk voorkomt bij mensen die nog niet echt gekozen hebben voor dit leven hier, dat ze nog heel even hebben mogen schouwen tot aan een bepaalde rand en daarin de motivatie zit dat je terugkomt.

T: Met een schok kom ik tot mijzelf. Dat laatste raakt mij. Ik kijk naar de wereld om me heen, Diep in mijn hart weet ik dat ik als geest bewust gekozen heb voor dit leven, maar mogelijk ben ik dat op de een of andere manier vergeten.”

Enzovoorts. Langzaam maar zeker herontdekt Tetty zichzelf en begint ze weer haar eigen pad te bewandelen. Op de voorlaatste pagina van haar boek zegt zij:

“Ik kan nu zelf benzine tanken en het vuur dat in mij brandt gebruiken om mijn pad te verlichten. Ik hoop dat ik met mijn licht ook anderen kan  bijschijnen op hun pad om God in zichzelf te zien, zodat een ieder kan ontdekken dat de bron van energie in je is en dat je jezelf kunt voorzien van brandstof. Het Leven is de Bron van energie.”

Op de laatste pagina van haar boek zegt Tetty nog: “Er is geen begin. Er is geen einde. Er is slechts de reis”.

Waarvan akte. Een prachtig boek, dat echter zorgvuldig gelezen moet worden, niet een keer maar vaker voordat de draagwijdte van Tetty’s boodschap echt duidelijk wordt.

Zo ben ik nu eenmaal

2 april 2011

Hoe vaak hoor je het mensen zeggen: Zo ben ik nu eenmaal.

Hoe vaak in mijn leven heb ik het mijzelf ook horen zeggen: Zo ben ik nu eenmaal.

En daarmee deed ik alles af. Klaar. Punt uit. Zo ben ik nu eenmaal en zo zal ik altijd zijn. Gevormd door mijn opvoeding, mijn omgeving, en de manier van denken die ik had gekregen.

Ik was het mij toen niet zo bewust, maar ‘zo ben ik nu eenmaal’ hield mij op mijn plaats. Ik bleef zitten waar ik zat en ik verroerde mij niet. Ik hoefde niet te veranderen. Ik hoefde niet aan mijzelf te werken. Ik hoefde niet na te denken hoe het misschien anders of beter zou kunnen. Ik hoefde de confrontatie met mijzelf niet aan te gaan. Ik koos de weg van de minste weerstand. Ik hield vast aan hoe ik altijd was geweest en ik ging op de oude voet verder. Gehuld in de jas van mijn overtuigingen en conditioneringen.

Zo ben ik nu eenmaal. Herkenbaar? Als jij je er goed bij voelt, is het prima.

Maar wat als je op een gegeven moment merkt dat je niet echt verder komt, omdat de weg van de minste weerstand toch niet zonder obstakels blijkt te zijn, omdat het leven aan je jasje begint te trekken en je voelt dat die jas toch wel wat krap begint te worden?

Want hoe je het ook wendt of keert, het leven is geen statisch gebeuren. Het leven is groei en verandering. Je bent in ontwikkeling.

Weerstand en angst voor verandering kunnen je doen laten zeggen: Zo ben ik nu eenmaal. Maar als je door die bril blijft kijken, ontneem je jezelf de kans om te groeien.

Je hebt het vermogen jezelf op een andere manier te zien.

Ze zaten tegenover elkaar en keken beiden naar het houten poppetje dat op tafel tussen hen in stond. De vraag was: Beschrijf eens hoe het poppetje eruit ziet?

De een zei, kijkend naar de achterkant van het poppetje: Het poppetje heeft lang haar en een effen blauw jurkje aan.

De ander zei, kijkend naar de voorkant van het poppetje: Het poppetje heeft kort haar, twee ogen, een neus en een mond. Het heeft een blauw jurkje aan met drie knopen en een rood dasje voor.

Als je maar vanuit één positie naar jezelf kijkt, dan doe je jezelf tekort. Je hebt het vermogen om dingen van meerdere kanten te bekijken, om jezelf op een andere manier te zien. Zo is het ook met je gedachten. Wat je bent, blijft niet beperkt tot hoe je altijd hebt gedacht en hoe je altijd bent geweest.

Zo ben je niet, zo ben je geworden.

Je kunt ook iets anders worden. Je kunt meer worden.

In wezen ben je onbeperkt en grenzeloos.

Je hebt de keus om elke willekeurige positie in te nemen en zo een andere kijk, een andere gedachte te hebben van iets en van jezelf. Als je loskomt van je beperkende gedachten, zul je ervaren dat je ruimte groter wordt en dat je meer vrijheid ervaart. Je bent onbeperkt en grenzeloos.

Je bent in beweging. Je groeit. Je komt in de bloei van je leven.

 

Vandaag ben je zo, morgen ben je anders. Je bent het allemaal. Het zit allemaal in je.

Het Leven stroomt en bloeit op in jou.


Op Weg naar je Ware Natuur gaat verder via Het Pad van de Pelgrimswww.hetpadvandepelgrims.nl